Do do do dooooo, do do dododo. It's the final countdown! Zeg dat die parikken van Europe het gezegd hebben. Het zijn de laatste uren, hiermee moet je het doen. Wees zorgvuldig met de wegtikkende tijd. Koester haar, neem geen ondoordachte beslissingen. Ga bijvoorbeeld niet gelijk de jaaroverzichtsman “nog efkes naar den Delhaize want hij is vandaag toch open in de voormiddag, hé”.
Wat er daar gebeurde valt met geen pen ter wereld te beschrijven. F.u.c.k.i.n.’ H.e.l.l. Maar de jaaroverzichtsman doet het toch maar. It’s a dirty job but someones gotta do it.
Het geluid van barbaarsheid. Een symfonie van miserabiliteit. Chaos AD, maar dan zonder Max Cavalera (Max wie? Max Cavalera! De voormalige brulboei van Sepultura! De frontman van Soulfly! Eeeihn?! Maar Fleddy Melculy, dat hebben ze natuurlijk allemaal op Blender Undercover gezien, hé.) het bijhorend Braziliaans slagwerk. Mensen vertrappelden elkaar, kinderen huilden. De jaaroverzichtsman niet, want hij is een baas. Loopbanden schuurden, kassa’s piepten. De jaaroverzichtsman niet, want hij is geen kassa. En schuren zou hij thuis wel nog genoeg doen.
Een uitgebluste jobstudent stapelde oesterzwammen en bosmengelingen champignons op elkaar gelijk Sisyphus rotsblokken de berg opduwt. Moeje gij trouwens niet beginnen te blokken, patj?
Wat een Cirk!
Hoe was de jaaroverzichtsman hier beland? Vertel het mij. Welke dwingende reden bracht hem in dit inferno? Just. San Marzano-tomaatjes. Het laatste missende puzzelstukje van het oudejaarsvoorgerecht.
Christus de heer, en weirm dat het was, weirm! En wat was die vervelende steek in zijn borstkas? Nen attack? Zou hij zo aan zijn einde komen? De jaaroverzichtsman trok alvast bleek weg. Kwam Charon hem de Stygian’s River overzetten? Hier op de plakkerige Delhaize-vloer? En Stad Aalst had hem zoals gewoonlijk nog niet uitbetaald, hoe moest hij de Charon dan zijn gouden munt geven?
De jaaroverzichtsman had altijd gedacht dat hij zou sterven in zijn eigen bed, met Eva De Roo in zijn gespierde armen, Kwabberd de poes en de Biensoigné-hond aan zijn voeten, de talrijke bastaarden, kinderen, en kleinkinderen om hem heen en nog al de half Venetiaans blonde lokken van het modkapsel dat zijn schedeldak bedekte op zijn kruin – terwijl Innershades en Le Babar (I Just) Died In Your Arms van Cutting Crew en Toto’s Africa aan elkaar mixten.
En wanneer dat allemaal teveel gevraagd was, dan minstens als een held terwijl hij een schooltje M-decreet kinderen uit een brandend gebouw sleepte.
Maar neen. Het zou hier gebeuren. Onder de brandende ledverlichting, tussen ongeduldige meelballen die allen uitgerekend nu nog hun oudejaarsboodschappen moesten doen. Serieus, wie doet dat nu? Wie?! Er zou geen applaus aan te pas komen, geen zwanenzang. Geen laatste bees van Eva, geen likje van Kwabberd de poes, en al helemaal geen pootje van de Biensoigné-hond. Die zou hij misschien nog het meest missen. De Biensoigné-hond.
Hij zou nooit weten hoe mooi 2018 was. Hij zou geen frisse pinten meer schellen met de Maarten van de Cosa. Hij zou geen nieuwjaarscocktails pakken bij de Pacha in Bar Romarin, niet tot in de vroege uurtjes raven en beven in de Cirque, den Heilige Gheest, den Oxy of de Kings. Geen organisch biobiertje van een betrouwbaar lokaal microbrouwerijtje in den Amok, geen cava aan meer dan democratische prijzen in JH Ypsilon. Hij zou zelfs niet eens aan Jenkel en Joris hun oesters kunnen zitten in De Geniepegen Drauk. Hell, hij zou zelfs de Q-Party in Wieze aan hem moeten laten voorbijgaan.
Nooit zou hij zijn kinderen leren basketten op het Ezelspleintje. Jamais de sa vie zou hij hun grote smaragdgroene knikkers zien opblinken terwijl hij vertelde hoe Katrien Vanderlinden in de herfst van 2017 met 137 liter verf en wat sidekicks de eens zo grauwe grijze asfaltmassa omtoverde tot een kleurrijke hypecourt: #DONKEYSQUARE! Het enige voordeel was dat hij er zo ook nooit zou komen spoken gelijk Jozef met de stok.
Nee, dit was het. De film van zijn leven spoelde in enkele ogenblikken voorbij. Die eerste keer dat hij Eva De Roo zag in haar glitterjasje in de Cinema. Hun eerste zomer samen, die zo snel voorbijvloog dat hij er zich geen knijt meer van kon herinneren. Wat meteen ook wel de indrukwekkende omzet van de Graanbar verklaarde.
Hoe ze op regenachtige dagen een potje Street Fighter speelden op hun gezellig loftje aan het Statieplein, terwijl ze op de achtergrond het geluid van paardenhoeven en matrakslagen hoorden. Wat was het daar trouwens lekker kuieren tegenwoordig!
Die avond toen ze God is an Astronaut zagen in de Arty Party en Eva hem zachtjes toefluisterde: “Straks ga ik nog barsten van geluk”.
De vrolijke momenten toen ze voor de spiegel hun Skalloween-outfits monsterden en vervolgens de Sint-Annazaal in’t frit van een skankten.
KLANK in de Werf, toen Gewoon Ruben alles gaf en Eva zei: “Ik vind het goed, maar hij klinkt zo boos. En de jaaroverzichtsman antwoordde: “Dat is hij ook, dat is hij ook. Niet teveel bewegen trouwens of hij ziet ons, gelijk den T-Rex in Jurassic Park.”
De uitzinnige Nacht van de Jeugdbeweging. Dat prachtige feest vanwaar hun kinderen later elk jaar compleet krim gezopen van naar huis zouden kruipen. Maar dat was niet erg, want de pa en de ma waren zelf jong geweest.
De mooie winteravonden op de kerstmarkt. Waar Eva den boel afbrak omdat de kraampjes van ’t Vredeplein al om acht uur sloten, terwijl de jaaroverzichtsman ondertussen de J.J. een peer verkocht omdat hij te lang naar Eva loerde. En moest diene J.J. trouwens niet op de gemeenteraad zitten?
Het fijne Biensoigné-kerstfeest. Waar Stippenlift grappige kerstliedjes zong en de jaaroverzichtsman zich afvroeg of Eva ook zo’n kekke kerstmuts voor hem onder de boom had liggen.
Het zou allemaal niet zijn.
…
“Ca va, gast? Ge ziet wat bleekskes”, zei een goedgeklede kerel die de jaaroverzichtsman wel eens tegenkwam op een harde clandestiene underground technofuif in de Cirque Mystic gelijk Spektrum.
Verdomme. Hoe slaagde die gast er toch altijd weer in om er zo goedgekleed bij te lopen? Of was dat al zijn nieuwjaarsvest?, vroeg de jaaroverzichtsman zich af terwijl hij subtiel wat restjes bier van de vorige nacht uit zijn parka kneep.
“Der liep efkes iemand over mijn graf, peis ik. Maar het gaat al weer. Goed, tot vanavond in ’t stad misschien, goedgeklede kerel die ik af en toe eens tegenkom op een harde clandestiene underground technofuif in de Cirque Mystic gelijk Spektrum.” (Fuck, hoe heette die knakker nu weer?)
En de jaaroverzichtsman gritste snel een pakje San Marzano-tomaatjes uit de rekken, smeet ze onder de zelfscanner want die kassierster had der precies niet veel zin in, en crosste gelijk de grote olympiër Greg Van Avermaet de parking van den Delhaize af. Daarbij werd hij alsnog bekan omver gereden door een wufte speen in nen dikke BMW op den Haring, want zo zijn die eikels wel.
Thuis roerde Eva al in de kookpotten terwijl ze een vrolijk wijsje floot en van haar magnumfles cava nipte. Er lag een mooie avond in ’t verschiet. Of niet?
“Schat?”
“Ja?”
“Dit zijn San Marzano’s. Ik had toch ‘Pommodori’s’ gezegd?”
...
De jaaroverzichtsman voelde plots een vervelende steek in zijn borstkas opkomen en trok alvast bleek weg.