En toen werd het lente. De vogeltjes floten, Bart De Pauw stuurde sms’jes, kikkertjes trokken de wijde wereld in, bomen kregen verse groene blaadjes, Bambi had nog geen jeugdtrauma's, en op een dag trokken de meisjes voor het eerst een rokje aan. Al de oorlogen, hongersnoden, lege bankrekeningen, BMW-parkeerders, Boef en Lil’ Kleine-hits, monsters die het laatste wc-rolleken niet vervangen, de platjes, 2de zitperiodes, en andere narigheden die de mensheid ongevraagd op haar dak krijgt … Het vervaagt allemaal even, heel even in een fractie van een seconde op die prachtige eerste rokjesdag.
Sigh.
Pour la petite histoire: Nadat god de meisjesbenen schiep, restte er slechts nog wat drabjes en vieze schimmels. Daaruit boetseerde hij de mannenbenen. En dáárom heeft niemand het dus ooit over bermudadag. Waarvan akte.
Maar de Cinema was dus wel nog toe, hé!
En die verbouwingen schoten precies ook niet neig goed op.
Maar feesten bleef de jeugd doen. Wie hield hen tegen? Wie legde hen een strobreed in de weg? Want het gaat niet om de locatie, uiteindelijk is dat ook maar een lapje grond met wat beton en bakstenen op gesmeten. Het gaat om de muziek, de mensen. De vriendschap, de liefde. De nacht en alle gekheid die ze rondstrooit wanneer je het niet verwacht. En zeker ook niet te vergeten: drank.
Eén man zou de Aalsterse jeugd de weg wijzen. Die man heette ... Mozzje.
Niet te verwarren met Dozzje. Dat was zijn gemene broer, de farao.
De Feestgod roept Mozes (Oilsjtodus 2,23-4,31)
Vanuit het brandende braambos op de Hopmarkt zei de Feestgod tot Mozzje: 'Ik heb de ellende van mijn volk voor de gesloten Cinema gezien, de jammerklachten om zijn onderdrukkers gehoord; ja ik ken zijn lijden. Ik daal af om mijn volk te bevrijden uit de macht van de schimmige bouwmagnaat die het niet zo nauw neemt met snelheid, om het weg te leiden uit dit land naar een land dat goed en ruim is, een land van pintjes en dikke beats ... Het geweeklaag van de Aalsterse jeugd is nu tot Mij doorgedrongen en Ik heb gezien hoe de despoten van Stad Aalst hen onderdrukken' (3,7-9)
En Mozzje wist wat hem te doen stond. De Aalsterse jeugd naar het Beloofde Land leiden. De Rozemarijnstraat.
Maar de weg was grillig ende vol gevaren. En versperd door een rivier: den Denjer. Maar die zou de Feestgod wel even 1 2 3 splijten, niet?
Krijg nou harige mannentieten. Den Denjer splijten lukte van geen kanten! Onzjiër heeft er niet elken dag goesting in. Vraag het maar aan de carnavalsmaandaggangers. (De Aalsterse jeugd moest eigenlijk ook helemaal niet over den Dender passeren om in de Rozemarijnstraat te geraken – maar doet efkes gewoon mee, ja? Dank u.)
Maar toen doken er uit het niets vier barmhartige Hollanders op. Uiteraard wouden deze nobele heren Mozzje en zijn fellowship uit de brand helpen. ’t Is te zeggen, voor 120.000 kletten, handje contantje graag. Ah wacht nee, ’t werden er uiteindelijk 163.000, zekers? Barmhartige smozen.
[Betrapt. Mozzje is eigenlijk een labradoedeltje.]
Tussendoor liet de Feestgod de Tien Plagen op Aalst los omdat ‘t Stad zijn volk niet toestond de Cinemabouwwerf te verlaten. De Feestgod lacht er niet mee. In chronologische volgorde waren dit:
Spilzucht! Met ne nieuwe Zara, Flying Tiger, Origino, en al om die Aalstenaars eens goed te pluimen!
Obesitas! Met ribbekes- en biefstukkoterijen in de Zwarte Zustersstraat. Klasj volboekt vanaf den eersten dag! En Ellis Gourmet krabt al aan de stadspoorten!
BMW’s die spontaan in den Dender sukkelden!
Stank! Wekenlange onverklaarbare stank!
En nadien nog nieuwe stank! Want de listige Feestgod fluisterde de ILvA in dat ze de geel zakken mochten laten staan.
Hélemaal geen Eendrachttribune!
Een verslavend nieuw augmented reality-spel waarbij jagen op Pokémons in ’t park compleet verbleekte. Street Figher!
Alsof het niet was rukte de Feestgod ook de fietsenstalling op het Werfplein der half ui…
Brr, brr, brr, brr. Ring, ring, ring.
Second, telefong.
“FG, my Man! Wassup, Howshadoing?
Ah, serieus? Meendet?
Ja, nee. Ca va, ça va. Dat zetten we even recht!
De baalen, FG!”
Verschoning. De Feestgod zegt dat hij niets met die “lelijke fietsenstalling op 't Werfplein” te zien heeft. En van die kapotgeslagen ruiten in den Oxy weet hij ook niet. “Dat was de Charly.” Ah, bon.
Aan hoeveel Plagen zitten we al? Was je die trouwens effectief aan ’t tellen? Flash forward naar Mozzje!
En Mozzje laadde zijn volk op de Dwarsligger. En de Dwarsligger voerde hen naar de Rozemarijnstraat. Geen moment te vroeg! Want wat viel er daar wel allemaal niet te beleven?
Spektrum in de Cirque Mystic! Waar Kain en Abel elkaar niet de kop inslaan, maar broederlijk samen techno maken. Gelijk de Sons of Melody. Wie is die Melody eigenlijk en over welk bovengemiddeld genetisch materiaal beschikt die vrouw trouwens als deze handsome fella's haar zonen zijn?
Een plaats waar ... ja, fuck. We weten ook niet wat dit precies moet voorstellen. Iemand?
Wekelijks gitaargeweld in de Cosa Nostra! Waar de opperpriesteres van de Feestgod bloed- en zweetoffers plengde op het heilige podiumaltaar. In't zwart-wit dan nog wel! Zware shit!
En de Aalsterse jeugd genoot met volle teugen. Maar hoe veilig en plezierig het ook was in de Rozemarijnstraat, sommigen voelden hun eeuwenoud nomadenbloed kriebelen. Want het is eigen aan dit volk, dat zij steeds verlangt naar nieuwe oorden. Immer onderweg, maar nooit verloren.
Want ze kenden de verhalen van skatecontesten, Zwangere Guys, rondvliegende kiekenpluimen en stro, Roemeense ketelrock en ranzige vodkashotjes, acrobaten op stelten, en spagende leerkrachten. Ze hadden ze gelezen in hun Heilig Schrift.
De Facebook.
Deze zonderlinge vertelsels moesten ze met eigen ogen zien. Ze moesten het ter plaatse horen. De stoutmoedigsten onder hen baden zelfs tot de Almachtige opdat ze op een dag in een plasje leerkrachtenspaag mochten staan. Een plasje leerkrachtenspaag! Verlossing en zingeving zou hun deel zijn, al moesten ze daarvoor door de donkerste wouden van die Osbroeche en verlaten ruïnes van der Traëchelschitte trekken.
Ze verzamelden hun schaarse bezittingen (smartphone, bankkaart, Stan Smiths-sloffen, een klein pakske met stoofvleessaus en mayonaise voor onderweg, sjikken en voorbehoedsmiddelen voor ’t geval dat Tinder in een goede bui was) en vatten hun queeste aan.
Met succes. Fuck, wat waren die shotjes ranzig.
Maar de dappere diaspora gaven niet op. En zo zagen ze de wonderlijkste dingen.
Zoals zotte skatetricks …
... en niet minder dan epische hiphop op Betong.
En ook de Nacht van de Leerkracht in het SULBB stelde niet teleur.
Hoogst merkwaardige taferelen waren hun deel. Kon het nog gekker worden? Komen we meer te weten in het beslissende deel van het jaaroverzicht? To Be Continued …