Die namiddag in de Kringloopwinkel ...
Wij waren gezellig aan het snuisteren tussen kunst en kitsch met de bedoeling onze LP's van Johnny Hallyday terug te kopen en twee afgeprijsde plaasteren postuurtjes (de os en Melchior) te vinden om zo onze kerststal te vervolledigen. Moet u beslist ook eens doen. Tussen de rommel van anderen liggen er meer parels dan u voor mogelijk houdt. Beierse bierpotten, opgezette schele vossen, Aziatische maskers … Voor ieder wat wils.
Toen wij opeens, op weg naar de uitgang, achter het scharnier van een semi-antieke vol eiken Louis Quatorze-kast iets hoorden. Psssssssssst!
Wij gluurden nog maar net in de bovenste lade of we werden opnieuw overmand, deze keer niet door gifgroene dampen, maar door de geur van mottenballen en een fel violet licht.
“Koekoek, hier ben ik weer. Kent ge me nog?”
“Wie we daar hebben, Orakel Chubby. Mooi paars gewaad dat u daar draagt.”
“Ik moet u iets zeggen.”
“Laat zitten. Ze hebben de vorige keer al genoeg met mij gelachen toen ik kwam vertellen dat Elvis nog leefde. Houd uw verhalen over de Schelvis maar voor uzelf.”
“'t Is de Pelvis. En het is nochtans waar. Maar er is meer.”
“Kan best zijn, maar laat uw verzinsels dan los op iemand anders. Misschien op de mevrouw met haar krulspelden en steunkousen die daar vazen zit te inspecteren alsof ze recht uit de Ming-dynastie afstammen. Volgens mij heeft ze er haar sleutels laten in vallen.”
“Dat heb ik al geprobeerd, maar ze gelooft mij niet.”
“Aha, had ik het niet gedacht. Ze zijn nog niet van gisteren hier in de kringloopwinkel. Alé, alleszins nog veel succes.”
“Wacht, wacht! Ik kan u rijk maken.”
“Rijk? Spreken we over financiële of emotionele rijkdom? Want daar bestaan nogal wat spijtige misvattingen over in deze wereld. Ik verkies het eerste.”
“Laat mij beginnen met het tweede. Ik zal uw geest verruimen.”
“'t Was te denken. Alé vooruit, orakel in de kast, met welk geheim had u mij graag verrast?”
“Prins leeft nog.”
“Prins wie? Laurent? Albert van Monaco? Die van de koeken?”
“De Kleine Prins.”
“Van Antoine de Saint-Exupéry? Le Petit Prince?”
“Die andere Petit Prince. Zijne Purperen Hoogheid. Van When Doves Cry en Raspberry Beret.”
“Prince? Ja, dag Jan. Leeft zeker ook weer ondergedoken bij OLG K.”
“Zijn vaste verblijfplaats ken ik niet, maar in de wandelgangen wordt gefluisterd dat hij regelmatig in de buurt van de Welvaartstraat vertoeft. Zo zou hij een bepalende invloed hebben gehad bij de recente schilderwerken aan het Ezelspleintje. De indigo tinten zijn overduidelijk van zijn hand. Hij springt ook sporadisch in voor zieke muziekleerkrachten op de Academie aan het Vredeplein.”
“En wat heeft hij dan wel zo nodig in Aalst te zoeken?”
“Ah, maar weet gij dat nog niet? Nu zaterdag op 9 december vindt in de Cosa Nostra de ‘Hard Rock Staminé – Editie 2017’ plaats. Elke zichzelf respecterende muziekliefhebber zal daar aanwezig zijn. Er valt trouwens een gouden plaat te winnen voor de best verklede feestganger. En als de meester van de pracht en praal, is dat een kolfje naar Prince' hand. Hij is al drie dagen bezig met zijn kostuum te strijken.”
“Het wordt daar precies wel de moeite zaterdag?”
“Zeker en vast. Ik ben trouwens ook van de partij. Ik ga mij verstoppen achter de spoelbakken van de vrouwentoiletten.”
“Liever niet. Met ongewenste intimiteiten, groot én klein, lachen ze deze dagen niet meer.”
“Dan maar in de sigarettenautomaat?”
“Afgesproken. Zeg Chubby, heb je nog eens nagedacht over die lottocijfers?”
“Ik zie, ik zie ... Ik zie een ‘6’.”
“Een ‘6’. En wat nog?”
“Of een ‘9’, 't hangt er vanaf hoe je het bekijkt.”
“En verder?”
“Een, een ... Simsala Knoerifast!”
En weg was onze kleine man.
Met een explosie krachtig genoeg om de vermolmde deuren uit hun hengsels te laten springen.
“Zeg meneer, u staat hier nu al tien minuten. Bent u geïnteresseerd in deze kast? Want potje breek ...”
“Euh nee bedankt, die was al kapot. Zet desnoods maar op de rekening van Chubby Checker. U kan misschien ook best die vrouw daar gaan helpen. Haar hand zit blijkbaar vast in een vaas. Ze ziet al een beetje mauve."