Bar Populair 2017

27.08.17 SCHRIJF ONS!
Bar Populair 2017

Oei oei oei, ai ai ai.

Het is te hopen dat McGregor zich beter voelt dan ons na gisterennacht. Er is precies een dode eend in onze mond gestorven. Alles plakt en er blijft een zurige smaak achter. Als een overrijpe, slecht gepekelde cornichon. Kortom: we hangen in de touwen.

Nochtans was Bal Populair een succes te noemen. De dag nadien is de lichamelijke toestand echter vaak omgekeerd evenredig met de uitbundigheid van de festiviteiten van de avond voorheen. Deze knoert van een natuurwet is nog maar eens empirisch bevestigd.

Een beetje vent zet een stevige tent. Het circus was (en is nog steeds) in de stad en de feesttent stond opgeslagen op de Pupillensite. Waar het publiek vorig jaar nog dikke regendruppels door het gekromde transparante dekzeil kon tellen, viel er deze keer geen nattigheid te bespeuren. Het enige dat er uit de hemel stortte, waren confettiwolken, gouden lichtdruppels aan de bar en plastieken pinten in het rond.

Het goede weer had veel gegadigden op de been gebracht. Iedere editie zwelt de feestmeute aan. Als het zo blijft doorgaan, moeten ze volgend jaar bij de pupillen de funderingen stutten. De aanwezigen leken als Galliërs gevallen in een ketel vol Ambrosia. Ze mogen trouwens zeggen wat ze willen. Dat Aalstenaars lelijk zijn en dat het nog lang wachten wordt op een eerste Nobelprijswinnaar uit onze gehuchten... maar feesten kunnen we alleszins wel!

Ook de muziek zat snor. Vanuit alle hoeken werd er lustig meegelald. De platen hingen aan elkaar met behangerslijm, vakkundig ineengedraaid door Discobar Tenerife. Tenerife, wat trouwens een anagram is voor Fievel, de kleine guitige muis met zijn grote avonturen in het Wilde Westen. Ook een pluim op de hoed van het hygiënische departement. De toiletten waren spic en span en roken lemon fresh. Zelfs nadat wij ze bezocht hadden.

We kunnen er vier of vijf platen naast zitten, het werd al moeilijk om onder van boven te onderscheiden, laat staan de playlist te memoriseren, maar volgens ons werd er afgesloten met het lijflied van elke duivenmelker “Oooooh mijnen blauwen geschelpte. Gij zè m’n lievelingsduif. Ge zè gij begot, de krak van mijn kot.

Klein minpuntje, de discobar stond niet synchroon afgesteld met de vaten achter de tapkast. Zodat deze laatste eerder leegliep dan de klanken uit de boksen. Niet getreurd, ook hier werd snel een mouw aangepast. Een polonaise leidde de overgebleven feestvierders snel naar de talloze cafés waar ze zich ondertussen voorbereidden op de match van het grote geld. Zij die nog op hun beentjes konden staan, hadden nog tien ronden om zich knock-out te dansen en/of te drinken.

- Sebastiaan De Smet -